Deze maand zijn weer een aantal belangrijke mededingingsrechtelijke ontwikkelingen voorbijgekomen o.a. Delivery Hero & Glovo/Invallen in België/het Picnic-arrest. In deze nieuwsbrief worden de belangrijkste ontwikkelingen nader toegelicht.
Kartels
Europese Commissie legt eerste boete wegens ‘no-poach’ overeenkomst op
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft Delivery Hero en Glovo een boete opgelegd van EUR 329 miljoen voor het participeren in een kartel. De ondernemingen zijn de grootste online maaltijdbezorgondernemingen in Europa.
Opvallend in deze zaak is dat de Commissie voor het eerst een (inkoop)kartel in de arbeidsmarkt vaststelt. Delivery Hero en Glovo hebben namelijk afspraken gemaakt om elkaars werknemers niet te werven. Verder omvat de inbreuk het delen van bedrijfsvertrouwelijke informatie en het verdelen van geografische markten.
Verder is interessant dat de Commissie benadrukt dat Delivery Hero naast partij bij de afspraken, ook een minderheidsaandeel heeft in Glovo. De overtredingen werden volgens de Commissie gefaciliteerd door Delivery Hero’s minderheidsaandeel in Glovo. Zo had Delivery Hero volgens de Commissie onder andere toegang tot concurrentiegevoelige informatie van Glovo door haar minderheidsaandeel.
Delivery Hero en Glovo hebben hun deelname aan het kartel bekend en een schikking getroffen met de Commissie.
Belgische Mededingingsautoriteit bevestigt invallen in sectoren persoonlijke verzorging en detailhandel
Op 24 juni heeft de Belgische Mededingingsautoriteit (“BMA”) bevestigd dat zij onderzoek ter plaatse heeft verricht bij ondernemingen actief in de persoonlijke verzorgingssector en de detailhandelssector.
De onderzoeken ter plaatse vinden plaats wegens aanwijzingen dat de betrokken ondernemingen mededingingsbeperkende afspraken hebben gemaakt. De BMA heeft naar aanleiding van deze huiszoekingen haar richtsnoeren over onderzoeken ter plaatse (ook wel ‘huiszoekingen’) geactualiseerd. De BMA benadrukt dat de huiszoekingen een eerste stap zijn in het onderzoek en dat zij niet vooruit wenst te lopen op de uitkomst van het onderzoek.
Belgische Mededingingsautoriteit legt sancties op aan Nord Pool en EPEX SPOT wegens marktverdeling in sector voor verhandeling elektriciteit
De Belgische Mededingingsautoriteit (“BMA”) heeft op 26 juni bekendgemaakt dat zij sancties heeft opgelegd aan de ondernemingen Nord Pool en EPEX SPOT wegens marktverdelingsafspraken in de sector voor de verhandeling van elektriciteit.
De verboden afspraken waren van kracht in de periode van maart 2009 tot en met december 2015 en bestonden erin dat de betrokken ondernemingen zich ertoe verbonden om niet toe te treden tot elkaars geografische markten. De afspraken werden gemaakt tussen Nord Pool en de rechtsvoorgangers van EPEX SPOT.
Nord Pool exploiteert een platform voor intraday-handel van fysieke elektriciteit op verschillende Europese markten. De intraday-handel van elektriciteit zorgt ervoor dat marktspelers beschikbare elektriciteitscapaciteiten binnen zeer korte tijdsintervallen kunnen verhandelen om het elektriciteitsnet in evenwicht te houden. EPEX SPOT heeft APX en Belpex overgenomen. De laatstgenoemde ondernemingen boden ten tijde van de verboden marktverdelingsafspraken eveneens een platform aan voor de verhandeling van elektriciteit, onder meer in België en Nederland. De BMA benadrukt dat de marktverdelingsafspraken werden versterkt door de toekenning van een exclusieve licentie aan APX en Belpex voor het gebruik van het zogenaamde Elbas-systeem van Nord Pool voor de koppeling van de Belgische en Nederlandse markten.
De BMA heeft aan Nord Pool een geldboete van € 79.810,- opgelegd. De BMA geeft aan dat de lage boete te verklaren is door de oude methode van berekening van geldboetes, die geplafonneerd was op 10% van de omzet behaald in België. Mede door de marktverdelingsafspraken had Nord Pool in België slechts een beperkte omzet. EPEX SPOT genoot immuniteit, omdat EPEX SPOT de verboden afspraken aan de BMA heeft gemeld ten tijde van de overname van APX en Belpex.
Picnic-arrest: CAO Levensmiddelenbedrijf volgens Gerechtshof Arnhem-Leeuwaren niet in strijd met het kartelverbod
Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden heeft zich uitgelaten over de verenigbaarheid van CAO’s met het kartelverbod. Werkgeversorganisatie Vakcentrum en werknemersorganisaties FNV en CNV sluiten al vele jaren samen de CAO Levensmiddelenbedrijf (“LMB”). Deze CAO is onder andere van toepassing op supermarkten. Vereniging E-commerce Nederland (“ECN”) vertegenwoordigt e-commercewerkgevers in de levensmiddelensector, waaronder Picnic, Flink en Hofweb. ECN en werknemersvereniging De Unie hebben in 2021 samen de CAO E-commerce Nederland gesloten. Picnic, Flink en Hofweb passen de CAO E-commerce Nederland toe. In december 2021 hebben zowel de partijen bij de CAO E-commerce Nederland als de partijen bij de CAO LMB de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (“de Minister”) verzocht tot algemeenverbindendverklaring van hun CAO’s. De bepalingen van de CAO LMB zijn algemeen verbindend verklaard door de Minister. De e-commercewerkgevers stellen dat zij niet onder de CAO LMB vallen, en deze dus ook niet hoefden toe te passen. Daarop zijn FNV en CNV naar de rechter gestapt.
De e-commercewerkgevers zijn van mening dat de werkzaamheden die de e-commercewerkgevers verrichten zodanig anders zijn dan die van een reguliere supermarkt dat zij niet onder de werkingssfeer van de CAO LMB vallen. Daarmee zouden deze werkgevers de CAO niet hoeven toe te passen op hun werknemers. Zij wijzen daarbij onder meer op de segmentering door verschillende mededingingsautoriteiten van de markt van verkoop van dagelijkse consumptiegoederen, waaruit zou blijken dat online verkoop als een aparte wijze van distributie moet worden gezien. Er zijn volgens de e-commercewerkgevers redenen om deze wijze van distributie als een ander marktsegment, zo niet een andere markt, te zien. Door toepasselijkheid van de CAO op de e-commercewerkgevers, terwijl sprake is van een andere markt of een ander marktsegment, zou de mededinging worden beperkt in strijd met het kartelverbod. Dat kan volgens de e-commercewerkgevers niet het geval zijn.
Artikel 16 Mededingingswet bevat een vrijstelling van het kartelverbod voor CAO’s. In deze CAO‘s mogen echter geen bepalingen worden opgenomen die naar hun aard en doel buiten het sociale domein vallen en de mededinging verhinderen, beperken of vervalsen. In de wetgeschiedenis wordt als voorbeeld van het treden buiten het sociale domein en beïnvloeding van de mededinging gewezen op bepalingen die quotering van productie of afzet inhouden. Van zo’n soort bepaling is hier geen sprake. Het Hof concludeert dat met de toepasselijkheidsverklaring van de CAO LMB op e-commercewerkgevers geen strijd ontstaat met het kartelverbod, omdat de CAO niet naar aard of doel buiten het sociaal domein treedt en de mededinging verhindert, beperkt of vervalst.
Misbruik van een machtspositie
Rechtbank Rotterdam bevestigt misbruik machtspositie Apple in zaak over voorwaarden App Store voor datingappaanbieders
De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 16 juni het besluit van de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) op grond waarvan Apple een last onder dwangsom is opgelegd wegens schending van het verbod op misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 24 Mededingingswet (“Mw”) en artikel 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (“VWEU”) (grotendeels) in stand gelaten.
De ACM heeft aan Apple een last onder dwangsom opgelegd wegens misbruik van machtspositie door het opleggen van onbillijke voorwaarden aan een groep datingappaanbieders. Deze datingappaanbieders zijn afhankelijk van de App Store en daarmee van Apple. Meer specifiek werd door Apple aan de datingappaanbieders de verplichting opgelegd om in-app aankopen door Apple te laten afwikkelen, waar vervolgens door Apple een commissie van 15 tot 30% op werd ingehouden. Daarnaast werd het datingappaanbieders verboden om te verwijzen naar betalingsmogelijkheden buiten de app.
In het beroep tegen het besluit van de ACM voert Apple onder meer aan dat de marktafbakening en de vaststelling van de economische machtspositie en het misbruik daarvan ondeugdelijk is. De rechtbank wijst deze argumenten af. Apple bestrijdt daarnaast dat websites van datingdienstaanbieders geen onderdeel zouden zijn van de relevante markt, maar dit heeft de ACM volgens de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt. Ten aanzien van het misbruik oordeelt de rechtbank onder andere dat Apple geen afdoende rechtvaardiging heeft gegeven voor het opleggen van de voorwaarden. Een minder vergaande oplossing voor bijvoorbeeld het innen van vergoedingen was ook mogelijk. De rechtbank wijst daarbij ook op het gebrek aan consistentie van het beleid van Apple.
Ten aanzien van de last onder dwangsom bekrachtigt de rechtbank grotendeels – en op één onderdeel na - de door de ACM opgelegde lasten. De rechtbank is het eens met het bezwaar van Apple dat de cumulatieve voorwaarden die de ACM heeft opgelegd deels verder gaan dan noodzakelijk om de overtreding te beëindigen. Zo wordt van Apple verlangd dat zij zowel de afwikkeling van betaling door een door de datingappaanbieder gekozen afwikkelaar mogelijk maakt, als toestaat dat datingappaanbieders een link kunnen plaatsen in de app voor afwikkeling buiten de app. Het onderdeel van de last onder dwangsom dat ziet op doorvoering van deze cumulatieve vereisten kan volgens de rechtbank niet in stand blijven.
Concentratietoezicht
Commissie keurt overname van Dorna door Liberty Media goed zonder voorwaarden
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft de voorgenomen overname van Dorna Sports S.L. (“Dorna”) door Liberty Media Corporation (“Liberty Media”) onvoorwaardelijk goedgekeurd. Beide zijn internationale mediaondernemingen. Dorna organiseert en heeft de rechten tot de MotoGP. Liberty Media heeft een belang in een grote verscheidenheid aan media, sport en entertainment-ondernemingen, waaronder Formule 1.
De Commissie heeft in haar onderzoek vastgesteld dat de mededinging op de markt voor licenties en het uitzenden van sport niet geschaad wordt door de overname. MotoGP en Formule 1 concurreren op die markt met alle sportinhoud. Die productmarkt kan verder gedifferentieerd worden tussen regelmatige, zoals seizoensgebonden, en onregelmatige sportinhoud en tussen premium en non-premium sportinhoud. De relevante geografische markt is nationaal. Dorna en Liberty Media worden door de Commissie niet als nauwe concurrenten aangemerkt. De Commissie heeft de overname onvoorwaardelijk goedgekeurd.
Commissie keurt overname van BPM door UniCredit goed onder voorwaarde van afstoting van filialen
De voorgenomen overname van Banco BPM S.p.A. ("BPM") door UniCredit S.p.A. ("UniCredit") is goedgekeurd door de Europese Commissie ("de Commissie"). De goedkeuring is onderworpen aan een aantal voorwaarden. BPM en UniCredit zijn actief in het verlenen van zakelijke bankdiensten aan kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo’s”) en grote bedrijven. Daarnaast bieden zij particuliere bankdiensten, verzekeringen en vermogensbeheer aan. Waar BPM voornamelijk in Italië actief is, is UniCredit actief in Italië, Duitsland en Centraal- en Oost-Europa.
Uit het onderzoek van de Commissie blijkt dat de overname op lokaal niveau kan leiden tot hogere prijzen en verminderde concurrentie, vanwege een sterke horizontale overlap tussen de filialen van beide banken in bepaalde regio’s. De Commissie stelt vast dat er concurrentiebezwaren bestaan in de markten voor deposito’s en leningen voor zowel particuliere klanten als kmo’s.
Op regionaal niveau concludeert de Commissie echter dat er geen mededingingsproblemen zijn voor grote zakelijke klanten, aangezien er nog voldoende andere gevestigde concurrenten actief zijn. Ook acht de Commissie coördinatie tussen banken onwaarschijnlijk, gelet op het gefragmenteerde en concurrerende karakter van de Italiaanse bankensector. Daarom aanvaardt de Commissie het door UniCredit voorgestelde herstelmiddel: de afstoting van 209 fysieke bankfilialen in probleemgebieden waar sprake is van overlap.
Tot slot wijst de Commissie een verzoek van de Italiaanse mededingingsautoriteit af om de beoordeling van de overname over te dragen aan deze autoriteit, omdat de Commissie van oordeel is dat zij zelf het best in staat is deze transactie te beoordelen, met name gezien het belang dat de Commissie hecht aan het waarborgen van concurrentie in de bank- en verzekeringssectoren.
Commissie kondigt vervolgonderzoek aan naar overname Kellanova door Mars
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft een tweede fase onderzoek aangekondigd naar de voorgenomen overname van Kellanova door Mars. De Commissie heeft zorgen dat de overname zou kunnen leiden tot hogere prijzen voor consumenten, als gevolg van toegenomen onderhandelingsmacht van Mars ten opzichte van retailers.
Mars is een wereldwijde leverancier van een breed scala aan populaire voedingsmerken, waaronder kauwgom, chocoladeproducten, suikerwaren, rijst en dierenvoeding. Kellanova (voorheen Kellogg Company) is vooral bekend om de merken Pringles en Kellogg’s. Uit het voorlopige onderzoek van de Commissie blijkt dat Mars, door de toevoeging van Kellanova’s zeer populaire merken aan zijn productportfolio, zijn onderhandelingsmacht ten opzichte van retailers zou kunnen vergroten. Hierdoor zou Mars mogelijk hogere prijzen kunnen afdwingen bij onderhandelingen, wat op zijn beurt zou kunnen leiden tot hogere prijzen voor consumenten.
De voorgestelde transactie werd op 16 mei 2025 bij de Commissie aangemeld. De Commissie heeft nu 90 werkdagen, tot 31 oktober 2025, om een (tweede fase) besluit te nemen.
ACM kondigt vervolgonderzoek aan naar overname Unox door Zwanenberg
De Autoriteit Consument en Markt (“ACM”) heeft een tweede fase onderzoek aangekondigd naar de overname van Unox door Zwanenberg. De ACM ziet het risico dat de overname leidt tot hogere prijzen.
Uit het eerste fase onderzoek van de ACM blijkt dat Unox een belangrijke positie inneemt op het gebied van vleesconserven en houdbare soepen. Voor supermarkten is het belangrijk om producten van Unox aan te kunnen bieden, omdat een grote groep consumenten merktrouw is. Als supermarkten deze producten niet hebben, gaan klanten mogelijk naar een andere supermarkt. De belangrijkste concurrenten van Unox zijn waarschijnlijk de huismerken van supermarkten, een segment waarin Zwanenberg een grote speler is.
Op basis van haar eerste onderzoek ziet de ACM het risico dat Zwanenberg met de overname van Unox een te sterke onderhandelingspositie richting supermarkten krijgt. Daardoor kunnen consumenten te maken krijgen met hogere prijzen voor bijvoorbeeld rookworsten.
ACM keurt overname RTL Nederland door DPG Media goed onder strenge voorwaarden
De Autoriteit Consument en Markt (“ACM”) heeft de overname van RTL Nederland door DPG Media goedgekeurd onder strikte voorwaarden ter bescherming van de mediapluriformiteit. DPG en RTL zijn beide aanbieders van algemeen nieuws in Nederland. DPG geeft verschillende dagbladen uit, zoals het Algemeen Dagblad, de Volkskrant, Trouw en Het Parool. Ook is DPG aanbieder van gratis online nieuws, onder meer via NU.nl. RTL Nederland heeft verschillende commerciële televisiezenders. Daarnaast biedt RTL de videostreamingsdienst Videoland aan. RTL is aanbieder van gratis nieuws via televisie, de website en de app van RTL Nieuws.
De ACM heeft gekeken naar de mogelijke gevolgen van de concentratie voor de pluriformiteit van het nieuwsaanbod en de opiniemacht van het mediabedrijf na de voorgenomen overname. Nieuwsbedrijven concurreren met elkaar op snelheid, accuraatheid, breedte en diepgang van het nieuwsaanbod. Deze concurrentie zou volgens de ACM kunnen wegvallen tussen DPG en RTL, waardoor minder zal worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het (online) nieuwsaanbod en ook de mediapluriformiteit negatief wordt beïnvloed. Daarnaast ziet de ACM het gevaar dat DPG en RTL als gevolg van de overname in staat zijn tot politiek of commercieel gemotiveerde beïnvloeding van het nieuwsaanbod. Dat zal afhangen van de mate van invloed op de collectieve opinievorming (opiniemacht).
Om de negatieve gevolgen van de overname weg te nemen, is een pakket aan maatregelen als voorwaarde gesteld voor goedkeuring van de overname. DPG verbindt zich er onder andere toe om de websites en apps van zowel RTL Nieuws als NU.nl online gratis aan de consument te blijven aanbieden. DPG zal ook de redactiestatuten van haar nieuwsmedia actualiseren en daarbij belangrijke principes verankeren die redactionele onafhankelijkheid en journalistieke betrouwbaarheid verder versterken. DPG zal specifieke stichtingen oprichten voor zowel RTL Nieuws als NU.nl, die als toezichthouders de missie en identiteit van RTL Nieuws en NU.nl bewaken. Daarnaast krijgen deze stichtingen een vetorecht over de benoeming en het ontslag van de hoofdredacteur, het doorvoeren van wijzigingen aan de missie en identiteit, het beëindigen van het uitgeven en/of uitzenden van RTL Nieuws en NU.nl en het vervreemden van RTL Nieuws en NU.nl.
Het gehele pakket aan voorwaarden kan worden geraadpleegd in de samenvatting van het besluit van de ACM.
Contact
Heeft u vragen over een van de besproken onderwerpen of wilt u weten wat de ontwikkelingen betekenen voor uw organisatie? Neem dan gerust contact op met ons team.
Deze maand zijn weer een aantal belangrijke mededingingsrechtelijke ontwikkelingen voorbijgekomen o.a. Delivery Hero & Glovo/Invallen in België/het Picnic-arrest. In deze nieuwsbrief worden de belangrijkste ontwikkelingen nader toegelicht.
Kartels
Europese Commissie legt eerste boete wegens ‘no-poach’ overeenkomst op
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft Delivery Hero en Glovo een boete opgelegd van EUR 329 miljoen voor het participeren in een kartel. De ondernemingen zijn de grootste online maaltijdbezorgondernemingen in Europa.
Opvallend in deze zaak is dat de Commissie voor het eerst een (inkoop)kartel in de arbeidsmarkt vaststelt. Delivery Hero en Glovo hebben namelijk afspraken gemaakt om elkaars werknemers niet te werven. Verder omvat de inbreuk het delen van bedrijfsvertrouwelijke informatie en het verdelen van geografische markten.
Verder is interessant dat de Commissie benadrukt dat Delivery Hero naast partij bij de afspraken, ook een minderheidsaandeel heeft in Glovo. De overtredingen werden volgens de Commissie gefaciliteerd door Delivery Hero’s minderheidsaandeel in Glovo. Zo had Delivery Hero volgens de Commissie onder andere toegang tot concurrentiegevoelige informatie van Glovo door haar minderheidsaandeel.
Delivery Hero en Glovo hebben hun deelname aan het kartel bekend en een schikking getroffen met de Commissie.
Belgische Mededingingsautoriteit bevestigt invallen in sectoren persoonlijke verzorging en detailhandel
Op 24 juni heeft de Belgische Mededingingsautoriteit (“BMA”) bevestigd dat zij onderzoek ter plaatse heeft verricht bij ondernemingen actief in de persoonlijke verzorgingssector en de detailhandelssector.
De onderzoeken ter plaatse vinden plaats wegens aanwijzingen dat de betrokken ondernemingen mededingingsbeperkende afspraken hebben gemaakt. De BMA heeft naar aanleiding van deze huiszoekingen haar richtsnoeren over onderzoeken ter plaatse (ook wel ‘huiszoekingen’) geactualiseerd. De BMA benadrukt dat de huiszoekingen een eerste stap zijn in het onderzoek en dat zij niet vooruit wenst te lopen op de uitkomst van het onderzoek.
Belgische Mededingingsautoriteit legt sancties op aan Nord Pool en EPEX SPOT wegens marktverdeling in sector voor verhandeling elektriciteit
De Belgische Mededingingsautoriteit (“BMA”) heeft op 26 juni bekendgemaakt dat zij sancties heeft opgelegd aan de ondernemingen Nord Pool en EPEX SPOT wegens marktverdelingsafspraken in de sector voor de verhandeling van elektriciteit.
De verboden afspraken waren van kracht in de periode van maart 2009 tot en met december 2015 en bestonden erin dat de betrokken ondernemingen zich ertoe verbonden om niet toe te treden tot elkaars geografische markten. De afspraken werden gemaakt tussen Nord Pool en de rechtsvoorgangers van EPEX SPOT.
Nord Pool exploiteert een platform voor intraday-handel van fysieke elektriciteit op verschillende Europese markten. De intraday-handel van elektriciteit zorgt ervoor dat marktspelers beschikbare elektriciteitscapaciteiten binnen zeer korte tijdsintervallen kunnen verhandelen om het elektriciteitsnet in evenwicht te houden. EPEX SPOT heeft APX en Belpex overgenomen. De laatstgenoemde ondernemingen boden ten tijde van de verboden marktverdelingsafspraken eveneens een platform aan voor de verhandeling van elektriciteit, onder meer in België en Nederland. De BMA benadrukt dat de marktverdelingsafspraken werden versterkt door de toekenning van een exclusieve licentie aan APX en Belpex voor het gebruik van het zogenaamde Elbas-systeem van Nord Pool voor de koppeling van de Belgische en Nederlandse markten.
De BMA heeft aan Nord Pool een geldboete van € 79.810,- opgelegd. De BMA geeft aan dat de lage boete te verklaren is door de oude methode van berekening van geldboetes, die geplafonneerd was op 10% van de omzet behaald in België. Mede door de marktverdelingsafspraken had Nord Pool in België slechts een beperkte omzet. EPEX SPOT genoot immuniteit, omdat EPEX SPOT de verboden afspraken aan de BMA heeft gemeld ten tijde van de overname van APX en Belpex.
Picnic-arrest: CAO Levensmiddelenbedrijf volgens Gerechtshof Arnhem-Leeuwaren niet in strijd met het kartelverbod
Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden heeft zich uitgelaten over de verenigbaarheid van CAO’s met het kartelverbod. Werkgeversorganisatie Vakcentrum en werknemersorganisaties FNV en CNV sluiten al vele jaren samen de CAO Levensmiddelenbedrijf (“LMB”). Deze CAO is onder andere van toepassing op supermarkten. Vereniging E-commerce Nederland (“ECN”) vertegenwoordigt e-commercewerkgevers in de levensmiddelensector, waaronder Picnic, Flink en Hofweb. ECN en werknemersvereniging De Unie hebben in 2021 samen de CAO E-commerce Nederland gesloten. Picnic, Flink en Hofweb passen de CAO E-commerce Nederland toe. In december 2021 hebben zowel de partijen bij de CAO E-commerce Nederland als de partijen bij de CAO LMB de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (“de Minister”) verzocht tot algemeenverbindendverklaring van hun CAO’s. De bepalingen van de CAO LMB zijn algemeen verbindend verklaard door de Minister. De e-commercewerkgevers stellen dat zij niet onder de CAO LMB vallen, en deze dus ook niet hoefden toe te passen. Daarop zijn FNV en CNV naar de rechter gestapt.
De e-commercewerkgevers zijn van mening dat de werkzaamheden die de e-commercewerkgevers verrichten zodanig anders zijn dan die van een reguliere supermarkt dat zij niet onder de werkingssfeer van de CAO LMB vallen. Daarmee zouden deze werkgevers de CAO niet hoeven toe te passen op hun werknemers. Zij wijzen daarbij onder meer op de segmentering door verschillende mededingingsautoriteiten van de markt van verkoop van dagelijkse consumptiegoederen, waaruit zou blijken dat online verkoop als een aparte wijze van distributie moet worden gezien. Er zijn volgens de e-commercewerkgevers redenen om deze wijze van distributie als een ander marktsegment, zo niet een andere markt, te zien. Door toepasselijkheid van de CAO op de e-commercewerkgevers, terwijl sprake is van een andere markt of een ander marktsegment, zou de mededinging worden beperkt in strijd met het kartelverbod. Dat kan volgens de e-commercewerkgevers niet het geval zijn.
Artikel 16 Mededingingswet bevat een vrijstelling van het kartelverbod voor CAO’s. In deze CAO‘s mogen echter geen bepalingen worden opgenomen die naar hun aard en doel buiten het sociale domein vallen en de mededinging verhinderen, beperken of vervalsen. In de wetgeschiedenis wordt als voorbeeld van het treden buiten het sociale domein en beïnvloeding van de mededinging gewezen op bepalingen die quotering van productie of afzet inhouden. Van zo’n soort bepaling is hier geen sprake. Het Hof concludeert dat met de toepasselijkheidsverklaring van de CAO LMB op e-commercewerkgevers geen strijd ontstaat met het kartelverbod, omdat de CAO niet naar aard of doel buiten het sociaal domein treedt en de mededinging verhindert, beperkt of vervalst.
Misbruik van een machtspositie
Rechtbank Rotterdam bevestigt misbruik machtspositie Apple in zaak over voorwaarden App Store voor datingappaanbieders
De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 16 juni het besluit van de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) op grond waarvan Apple een last onder dwangsom is opgelegd wegens schending van het verbod op misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 24 Mededingingswet (“Mw”) en artikel 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (“VWEU”) (grotendeels) in stand gelaten.
De ACM heeft aan Apple een last onder dwangsom opgelegd wegens misbruik van machtspositie door het opleggen van onbillijke voorwaarden aan een groep datingappaanbieders. Deze datingappaanbieders zijn afhankelijk van de App Store en daarmee van Apple. Meer specifiek werd door Apple aan de datingappaanbieders de verplichting opgelegd om in-app aankopen door Apple te laten afwikkelen, waar vervolgens door Apple een commissie van 15 tot 30% op werd ingehouden. Daarnaast werd het datingappaanbieders verboden om te verwijzen naar betalingsmogelijkheden buiten de app.
In het beroep tegen het besluit van de ACM voert Apple onder meer aan dat de marktafbakening en de vaststelling van de economische machtspositie en het misbruik daarvan ondeugdelijk is. De rechtbank wijst deze argumenten af. Apple bestrijdt daarnaast dat websites van datingdienstaanbieders geen onderdeel zouden zijn van de relevante markt, maar dit heeft de ACM volgens de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt. Ten aanzien van het misbruik oordeelt de rechtbank onder andere dat Apple geen afdoende rechtvaardiging heeft gegeven voor het opleggen van de voorwaarden. Een minder vergaande oplossing voor bijvoorbeeld het innen van vergoedingen was ook mogelijk. De rechtbank wijst daarbij ook op het gebrek aan consistentie van het beleid van Apple.
Ten aanzien van de last onder dwangsom bekrachtigt de rechtbank grotendeels – en op één onderdeel na - de door de ACM opgelegde lasten. De rechtbank is het eens met het bezwaar van Apple dat de cumulatieve voorwaarden die de ACM heeft opgelegd deels verder gaan dan noodzakelijk om de overtreding te beëindigen. Zo wordt van Apple verlangd dat zij zowel de afwikkeling van betaling door een door de datingappaanbieder gekozen afwikkelaar mogelijk maakt, als toestaat dat datingappaanbieders een link kunnen plaatsen in de app voor afwikkeling buiten de app. Het onderdeel van de last onder dwangsom dat ziet op doorvoering van deze cumulatieve vereisten kan volgens de rechtbank niet in stand blijven.
Concentratietoezicht
Commissie keurt overname van Dorna door Liberty Media goed zonder voorwaarden
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft de voorgenomen overname van Dorna Sports S.L. (“Dorna”) door Liberty Media Corporation (“Liberty Media”) onvoorwaardelijk goedgekeurd. Beide zijn internationale mediaondernemingen. Dorna organiseert en heeft de rechten tot de MotoGP. Liberty Media heeft een belang in een grote verscheidenheid aan media, sport en entertainment-ondernemingen, waaronder Formule 1.
De Commissie heeft in haar onderzoek vastgesteld dat de mededinging op de markt voor licenties en het uitzenden van sport niet geschaad wordt door de overname. MotoGP en Formule 1 concurreren op die markt met alle sportinhoud. Die productmarkt kan verder gedifferentieerd worden tussen regelmatige, zoals seizoensgebonden, en onregelmatige sportinhoud en tussen premium en non-premium sportinhoud. De relevante geografische markt is nationaal. Dorna en Liberty Media worden door de Commissie niet als nauwe concurrenten aangemerkt. De Commissie heeft de overname onvoorwaardelijk goedgekeurd.
Commissie keurt overname van BPM door UniCredit goed onder voorwaarde van afstoting van filialen
De voorgenomen overname van Banco BPM S.p.A. ("BPM") door UniCredit S.p.A. ("UniCredit") is goedgekeurd door de Europese Commissie ("de Commissie"). De goedkeuring is onderworpen aan een aantal voorwaarden. BPM en UniCredit zijn actief in het verlenen van zakelijke bankdiensten aan kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo’s”) en grote bedrijven. Daarnaast bieden zij particuliere bankdiensten, verzekeringen en vermogensbeheer aan. Waar BPM voornamelijk in Italië actief is, is UniCredit actief in Italië, Duitsland en Centraal- en Oost-Europa.
Uit het onderzoek van de Commissie blijkt dat de overname op lokaal niveau kan leiden tot hogere prijzen en verminderde concurrentie, vanwege een sterke horizontale overlap tussen de filialen van beide banken in bepaalde regio’s. De Commissie stelt vast dat er concurrentiebezwaren bestaan in de markten voor deposito’s en leningen voor zowel particuliere klanten als kmo’s.
Op regionaal niveau concludeert de Commissie echter dat er geen mededingingsproblemen zijn voor grote zakelijke klanten, aangezien er nog voldoende andere gevestigde concurrenten actief zijn. Ook acht de Commissie coördinatie tussen banken onwaarschijnlijk, gelet op het gefragmenteerde en concurrerende karakter van de Italiaanse bankensector. Daarom aanvaardt de Commissie het door UniCredit voorgestelde herstelmiddel: de afstoting van 209 fysieke bankfilialen in probleemgebieden waar sprake is van overlap.
Tot slot wijst de Commissie een verzoek van de Italiaanse mededingingsautoriteit af om de beoordeling van de overname over te dragen aan deze autoriteit, omdat de Commissie van oordeel is dat zij zelf het best in staat is deze transactie te beoordelen, met name gezien het belang dat de Commissie hecht aan het waarborgen van concurrentie in de bank- en verzekeringssectoren.
Commissie kondigt vervolgonderzoek aan naar overname Kellanova door Mars
De Europese Commissie (“Commissie”) heeft een tweede fase onderzoek aangekondigd naar de voorgenomen overname van Kellanova door Mars. De Commissie heeft zorgen dat de overname zou kunnen leiden tot hogere prijzen voor consumenten, als gevolg van toegenomen onderhandelingsmacht van Mars ten opzichte van retailers.
Mars is een wereldwijde leverancier van een breed scala aan populaire voedingsmerken, waaronder kauwgom, chocoladeproducten, suikerwaren, rijst en dierenvoeding. Kellanova (voorheen Kellogg Company) is vooral bekend om de merken Pringles en Kellogg’s. Uit het voorlopige onderzoek van de Commissie blijkt dat Mars, door de toevoeging van Kellanova’s zeer populaire merken aan zijn productportfolio, zijn onderhandelingsmacht ten opzichte van retailers zou kunnen vergroten. Hierdoor zou Mars mogelijk hogere prijzen kunnen afdwingen bij onderhandelingen, wat op zijn beurt zou kunnen leiden tot hogere prijzen voor consumenten.
De voorgestelde transactie werd op 16 mei 2025 bij de Commissie aangemeld. De Commissie heeft nu 90 werkdagen, tot 31 oktober 2025, om een (tweede fase) besluit te nemen.
ACM kondigt vervolgonderzoek aan naar overname Unox door Zwanenberg
De Autoriteit Consument en Markt (“ACM”) heeft een tweede fase onderzoek aangekondigd naar de overname van Unox door Zwanenberg. De ACM ziet het risico dat de overname leidt tot hogere prijzen.
Uit het eerste fase onderzoek van de ACM blijkt dat Unox een belangrijke positie inneemt op het gebied van vleesconserven en houdbare soepen. Voor supermarkten is het belangrijk om producten van Unox aan te kunnen bieden, omdat een grote groep consumenten merktrouw is. Als supermarkten deze producten niet hebben, gaan klanten mogelijk naar een andere supermarkt. De belangrijkste concurrenten van Unox zijn waarschijnlijk de huismerken van supermarkten, een segment waarin Zwanenberg een grote speler is.
Op basis van haar eerste onderzoek ziet de ACM het risico dat Zwanenberg met de overname van Unox een te sterke onderhandelingspositie richting supermarkten krijgt. Daardoor kunnen consumenten te maken krijgen met hogere prijzen voor bijvoorbeeld rookworsten.
ACM keurt overname RTL Nederland door DPG Media goed onder strenge voorwaarden
De Autoriteit Consument en Markt (“ACM”) heeft de overname van RTL Nederland door DPG Media goedgekeurd onder strikte voorwaarden ter bescherming van de mediapluriformiteit. DPG en RTL zijn beide aanbieders van algemeen nieuws in Nederland. DPG geeft verschillende dagbladen uit, zoals het Algemeen Dagblad, de Volkskrant, Trouw en Het Parool. Ook is DPG aanbieder van gratis online nieuws, onder meer via NU.nl. RTL Nederland heeft verschillende commerciële televisiezenders. Daarnaast biedt RTL de videostreamingsdienst Videoland aan. RTL is aanbieder van gratis nieuws via televisie, de website en de app van RTL Nieuws.
De ACM heeft gekeken naar de mogelijke gevolgen van de concentratie voor de pluriformiteit van het nieuwsaanbod en de opiniemacht van het mediabedrijf na de voorgenomen overname. Nieuwsbedrijven concurreren met elkaar op snelheid, accuraatheid, breedte en diepgang van het nieuwsaanbod. Deze concurrentie zou volgens de ACM kunnen wegvallen tussen DPG en RTL, waardoor minder zal worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het (online) nieuwsaanbod en ook de mediapluriformiteit negatief wordt beïnvloed. Daarnaast ziet de ACM het gevaar dat DPG en RTL als gevolg van de overname in staat zijn tot politiek of commercieel gemotiveerde beïnvloeding van het nieuwsaanbod. Dat zal afhangen van de mate van invloed op de collectieve opinievorming (opiniemacht).
Om de negatieve gevolgen van de overname weg te nemen, is een pakket aan maatregelen als voorwaarde gesteld voor goedkeuring van de overname. DPG verbindt zich er onder andere toe om de websites en apps van zowel RTL Nieuws als NU.nl online gratis aan de consument te blijven aanbieden. DPG zal ook de redactiestatuten van haar nieuwsmedia actualiseren en daarbij belangrijke principes verankeren die redactionele onafhankelijkheid en journalistieke betrouwbaarheid verder versterken. DPG zal specifieke stichtingen oprichten voor zowel RTL Nieuws als NU.nl, die als toezichthouders de missie en identiteit van RTL Nieuws en NU.nl bewaken. Daarnaast krijgen deze stichtingen een vetorecht over de benoeming en het ontslag van de hoofdredacteur, het doorvoeren van wijzigingen aan de missie en identiteit, het beëindigen van het uitgeven en/of uitzenden van RTL Nieuws en NU.nl en het vervreemden van RTL Nieuws en NU.nl.
Het gehele pakket aan voorwaarden kan worden geraadpleegd in de samenvatting van het besluit van de ACM.
Contact
Heeft u vragen over een van de besproken onderwerpen of wilt u weten wat de ontwikkelingen betekenen voor uw organisatie? Neem dan gerust contact op met ons team.